Clochard Gin (200 ml)

Verhaal achter de fles

Clochard Gin is ontwikkeld door de Belgische Geert Snoeys. Geert is geboren en getogen in Wortel, een klein dorpje in de Belgische Noorderkempen waar een rijke historie heerst omtrent landlopers en de koloniën waarin zij woonden om een beter bestaan op te kunnen bouwen.
Al van jongs af aan ging Geert graag wandelen en fietsen in en rondom de koloniën. Hierdoor kreeg hij de geschiedenis al snel mee. Geert werd zó getriggerd door de bijzondere geschiedenis dat hij zich er helemaal op toelegde.

Toen Geert in 2020 nog alleen woonde, begon hij te experimenteren met drank. Hij beleefde hier zoveel plezier aan dat hij het idee kreeg om een eigen drank op de markt te brengen. Het leek hem verstandig om met een gin te beginnen vanwege de “toegankelijke markt”.
In zijn appartement volgden vele experimenten en werd er druk gebrainstormd over een naam en de botanicals. Hierbij stond één ding voorop; zowel de naam als de hoofdbotanicals zouden een link met de koloniën hebben. Het zou een heel lokaal product worden!

De botanicals die uiteindelijk uitgekozen werden zijn wilde gagel, blauwe bosbes, jeneverbes, tijm, iriswortel, eucalyptus en bergamot. Na twee maanden van samples maken en bijsturen was het definitieve recept klaar en kon de gin gedistilleerd worden bij Sterk Stokers.

Het resultaat is Clochard Gin; een hele unieke, kruidige en frisse gin. Op de neus komt de geur van eucalyptus duidelijk naar voren. Qua smaak komt eucalyptus ook duidelijk naar voren, maar wordt deze nu aangevuld met kruidige tonen van tijm en prachtige citrustonen van de jeneverbessen en bergamot. Het is een hele soepele gin waarvan de afdronk lang is en de gin zeker enige tijd aanwezig blijft in de mond.

Leuk om te weten is dat “Clochard” in het Frans “zwerver”, “landloper” en “dakloze” betekent. De mensen uit de koloniën gebruiken dit woord zelf echter niet; zij prefereren het woord “kolonist”.
Een ander leuk weetje is dat het “+” teken voor alle landlopers staat die gestorven zijn in de koloniën. Allen zijn zij begraven met een kruisje en een plaatje van lood in een nummer.. Inmiddels wordt er druk gewerkt om alle nummers te vervangen / aan te vullen met een naam zodat de landlopers ook een gezicht krijgen en niet meer alleen bekend staan als nummer.